Vol Vertrouwen • Persoonlijke Verhalen Over Persoonlijke Groei • Header 2

Alle Perfectionisten Opgelet! Zo Word Je Normaal • Omgaan Met Atelofobie

Atelofobie - Klein
“Atelofobie” is de (extreme) angst om niet goed genoeg te zijn. Om niet perfect te zijn. Maar hoe kom je er vanaf?

Alle Perfectionisten Opgelet! Zo Word Je Normaal
• Omgaan Met Atelofobie •

Atelofobie is de angst voor imperfectie, de angst om “niet goed genoeg” te zijn. Vooral perfectionisten lijden hieraan, want óf iets is foutLOOS óf het is FOUT. En de kans dat iets in die laatste categorie valt is altijd groter. Vandaag gaan we blaadjes opvegen, ook al is het buiten hartje zomer. En vertel ik je hoe ik leerde omgaan met mijn atelofobie.


Omgaan Met Atelofobie
Perfectionisme Is Geen Talent

Het ergste aan perfectionisme is dat je denkt dat het iets goeds is. Dat je oprecht meent dat het je een goed, beter, best mens maakt, omdat jij altijd streeft naar het hoogst haalbare.

In de praktijk is perfectionisme eerder een aandoening dan een talent.

Dat je jezelf ergens 100% voor geeft, siert je. Dat je voor de beste resultaten gaat, maakt je ambitieus.

Maar op het moment dat je jezelf daarin verliest, is perfectionisme niet langer je vriend.

Wanneer voor jou details belangrijker worden dan waar je werkelijk mee bezig bent, begin je te verliezen van je perfectionisme.

Wanneer je niet alleen aan jezelf, maar ook aan de mensen om je heen (zeker die op de werkvloer!) torenhoge, onhaalbare eisen begint te stellen, wint je atelofobie aan terrein.

Wanneer jouw manier van iets aanpakken de enige goede manier is en het je opvreet als iemand het anders doet, ben je allesbehalve in control, maar is je perfectionisme jou de baas.

En wanneer je bij jezelf merkt dat niets wat je doet goed genoeg is, want het is niet perfect, ben een gevangene geworden van atelofobie.

Perfectionisme kent namelijk maar één winnaar, en dat is perfectionisme zelf.

 

Je hoeft niet bang te zijn
voor perfectie, je bereikt
het toch nooit

• Salvador Dalí •

Omgaan Met Atelofobie
Een Simpele Rekensom

Ik was precies zo.

Ik zag er geen kwaad in dat ik in mijn werk als thuiszorg-poetser gerust een half uur langer door kon gaan omdat ik iemands voordeur volledig stofvrij wilde hebben. Of de gordijnen perfect gestreken, het bed strak opgemaakt, et cetera.

Pas toen ik aan mijn coachopleiding begon, groeide de twijfel over mijn perfectionisme. Wat als het helemaal niet een talent was?

Wat als het me niet hielp, maar juist tegenhield?

Mijn lerares (ook een ex-perfectioniste), maakte het duidelijk met een rekensom:

Een perfectionist geeft altijd 100% van zijn/haar kunnen. Dat staat gelijk aan 130% van een niet-perfectionist.

Die extra 30% die wij geven, levert niets extra’s op.

Vaak merken anderen het niet eens! Omdat zij niet verder kunnen zien dan hun eigen 100%.

Perfectionisten krijgen dus geen extra waardering voor hun extra inspanningen.

Wanneer een perfectionist op 70% van zijn/haar kunnen gaat zitten, staat dat gelijk aan 100% van een niet-perfectionist.

Hoewel je dan minder geeft van wat je kunt, krijg je er wél net zoveel waardering voor terug als voorheen. Want je inzet is even hoog als die van een “normaal iemand”, een niet-perfectionist.

Het verschil is echter dat je (veel) meer tijd en energie overhoudt.

Omgaan Met Atelofobie
De Uitdaging

Op een mooie septemberochtend was ik aan het werk.

Als thuiszorgmedewerkster poetste ik bij mensen die het zelf niet meer (goed) konden en die ochtend was ik bij een oudere vrouw met oog voor schoonheid.

In de letterlijke zin van het woord, want ze hield van schoon.

Zij vroeg of ik de eikenblaadjes wilde opvegen die zich hadden verzameld in haar betegelde achtertuin. Ze wilde graag nog van haar tuin genieten zonder zich te hoeven storen aan de langzame intrede van de herfst.

Van mijn lerares had ik de opdracht gekregen om bewust op 70% van mijn kunnen te presteren.

Ik besloot die dag de uitdaging aan te gaan.

Terwijl mijn cliënte haar boodschappen ging doen, veegde ik de blaadjes van haar terras bij elkaar.

Expres liet ik er enkele liggen (het waren er zes), een doorn in mijn perfectionisten-oog.

Mijn atelofobie wilde juist in opstand komen toen mijn cliënte terugkwam van haar boodschappen.

Verstijfd van angst (zegaathetzien, zegaathetzien!!) wachtte ik haar commentaar af.

Tot mijn verbazing riep ze verrukt uit: “Wat mooi! Mijn hele tuin is weer prachtig!”

Die dag behaalde ik een grotere overwinning door zes blaadjes te negeren, dan ik ooit had kunnen behalen met ze opruimen.

 

Wie nooit fouten maakt,
wordt ook nooit een beter mens

• Samantha Spijkers •

Omgaan Met Atelofobie
De Resultaten

Na die ochtend besloot ik vaker te experimenteren met 70% geven.

De resultaten waren altijd hetzelfde: niemand zag het verschil.

Het gevoel dat ik door de mand zou vallen nam met elke overwinning af. En daarmee ook mijn angst om niet perfect te zijn.

Want perfect bestaat niet.

We zijn mensen, gemaakt om fouten te maken. Want van je fouten leer je.

Wie nooit fouten maakt, wordt ook nooit een beter mens.

Wat perfectionisten onbewust constant doen, is zichzelf opmaken om te falen.

De eisen die je aan jezelf stelt zijn vaak onhaalbaar waardoor je altijd zult “falen”.

En telkens als je faalt gaat je perfectionisme zwaarder wegen. Want je atelofobie groeit wanneer de perfectionist in jou zijn zin niet krijgt.

De enige manier om om te gaan met atelofobie, is door expres de imperfectionist in jezelf los te laten.

Ga de dingen maar eens gewoon doen, zonder er “perfect” voor te zetten.

Ga eens voor 70% van je kunnen.

En ervaar hoeveel méér dat je oplevert dan hopeloos streven naar perfectie.

Perfectie bestaat niet. Er is alleen goed genoeg.

En als je dat doorhebt, zal de angst om niet goed genoeg te zijn verwaaien als zes eikenblaadjes in de herfstwind.

 

Liefs Samantha 2021

Ben jij ook atelofoob? Hoe ga jij ermee om? Laat het me weten in een reactie ↓↓


Lees ook:
Wekelijkse Opsteker: Apetrots Op Mijn… Bloed!

Over mij:

Info Samantha Spijkers | Spijkers Coaching

Of vind me op:

Button Pinterest